loading

De mededingingswet is voor veel ondernemers een abstract begrip, totdat ze er direct mee te maken krijgen. Deze wet, die in Nederland wordt gehandhaafd door de Autoriteit Consument & Markt (ACM), is bedoeld om eerlijke concurrentie te waarborgen. Maar in de praktijk roept het vaak vragen op: wat mag wél in samenwerking met andere bedrijven, wat absoluut niet? En hoe voorkom je dat je onbewust de regels overtreedt? 

In dit artikel leggen we niet alleen uit wat de mededingingswet inhoudt, maar geven we ook praktische tips en inzichten waar ondernemers écht wat aan hebben.

In het kort

  • De mededingingswet verbiedt afspraken die concurrentie beperken, zoals prijsafspraken en marktverdeling.

  • Ook eenzijdig misbruik van marktmacht is verboden onder deze wet.

  • Kleine ondernemers zijn niet automatisch ‘veilig’; ook zij kunnen in overtreding zijn.

  • De ACM kan hoge boetes opleggen, zelfs bij onbewuste overtredingen.

  • Weten wat wél mag aan samenwerking biedt juist kansen voor innovatie en efficiëntie.

Wat regelt de mededingingswet precies?

De mededingingswet, ingevoerd in 1998, is gebaseerd op Europese regels die eerlijke concurrentie moeten garanderen. De wet kent twee hoofdverboden:

  1. Kartelverbod: bedrijven mogen geen afspraken maken die concurrentie beperken. Denk aan prijsafspraken, het verdelen van markten of het gezamenlijk uitsluiten van concurrenten.

  2. Misbruik van economische machtspositie: een bedrijf dat een dominante marktpositie heeft, mag die niet misbruiken door bijvoorbeeld extreem lage prijzen te hanteren om concurrenten weg te drukken.

De wet geldt voor alle ondernemingen, groot en klein, ongeacht sector. Zelfs mondelinge afspraken of stilzwijgende gedragingen kunnen onder het verbod vallen.


Veelgemaakte fouten onder de mededingingswet

In de praktijk overtreden bedrijven de mededingingswet vaak zonder kwade bedoelingen. Enkele veelvoorkomende valkuilen:

  • Gezamenlijke prijsafspraken tussen concurrenten, bijvoorbeeld bij collectieve offertes.

  • Afspraken over wie welke klant ‘doet’ bij informele samenwerkingen.

  • Overleggen tussen concurrenten in brancheverenigingen die leiden tot gecoördineerd gedrag.

  • Misbruik van invloed door leveranciers die afdwingen dat wederverkopers minimumprijzen hanteren.

Wat belangrijk is: ook het uitwisselen van concurrentiegevoelige informatie (zoals toekomstige tarieven of productievolumes) kan al als overtreding worden gezien.


Wanneer mag samenwerking wél volgens de mededingingswet?

Niet elke vorm van samenwerking is verboden. Sterker nog: samenwerking kán toegestaan zijn als deze leidt tot voordelen voor de consument en de beperking van concurrentie niet ‘ernstig’ is. De ACM en de Europese Commissie erkennen dit in hun richtlijnen.

Voorbeelden van toegestane samenwerking:

  • Gezamenlijke inkoop door kleine ondernemers als dit leidt tot lagere kosten

  • Innovatieprojecten waarbij concurrenten samenwerken aan nieuwe technologie

  • Branchespecifieke afspraken over duurzaamheid of veiligheid, mits niet prijsgerelateerd

Een belangrijk criterium is dat de consument profiteert, bijvoorbeeld door lagere prijzen, betere kwaliteit of snellere innovatie.

Tip: overleg bij twijfel met een jurist of compliance-expert. Een informeel overleg tussen concurrenten kan sneller juridische impact hebben dan gedacht.

“Eerlijke concurrentie begint niet bij regels naleven, maar bij begrijpen waarom de mededingingswet er is – om marktwerking gezond én duurzaam te houden.”

Mededingingswet en franchise: extra gevoelig terrein

Franchisegevers en -nemers moeten extra alert zijn op de mededingingsregels. Vaak bestaat er een grijs gebied tussen centrale aansturing en verboden afspraken.

Wat mag wél:

  • Centrale marketing

  • Gezamenlijke inkoop

  • Richtsnoeren voor merkconsistentie

Wat mag niet:

  • Minimumverkoopprijzen afdwingen

  • Exclusieve klantenverdeling tussen franchisenemers

  • Afspraken over het beperken van lokale reclame of promotie

De ACM heeft meerdere onderzoeken uitgevoerd in franchisemodellen, bijvoorbeeld in de supermarktbranche. Resultaat: miljoenenboetes en reputatieschade.


Wat betekent ‘economische machtspositie’ precies?

Misbruik van economische machtspositie wordt vaak geassocieerd met grote bedrijven, maar het draait niet alleen om omvang.

Een bedrijf heeft een machtspositie als het:

  • een marktaandeel van ± 50% of meer heeft, en

  • de concurrentie nauwelijks invloed heeft op zijn gedrag

Misbruik kan zich uiten in:

  • Predatory pricing (te lage prijzen om concurrenten uit te schakelen)

  • Tying (verplichte afname van extra producten)

  • Weigeren tot levering zonder goede reden

Voor ondernemers met een nicheproduct of regionaal monopolie: let op je prijsstelling en voorwaarden, vooral als klanten geen alternatief hebben.


De ACM: bevoegdheden en boetes

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de mededingingswet. Hun bevoegdheden zijn verstrekkend:

  • Bedrijven mogen worden bezocht en documenten mogen in beslag worden genomen.

  • Medewerkers kunnen worden verhoord.

  • Boetes kunnen oplopen tot 10% van de jaaromzet.

  • Ook natuurlijke personen (managers, directie) kunnen persoonlijk worden beboet.

Belangrijk: ook ‘poging tot’ of ‘deelname aan’ een verboden afspraak is strafbaar. Actief tegengas geven binnen een overleg is dus essentieel om aansprakelijkheid te beperken.

Lees ook deze artikelen

Een goed compliancebeleid is geen overbodige luxe, ook niet in het mkb. Enkele stappen die je vandaag al kunt nemen:

  1. Zorg voor bewustwording bij jezelf en je medewerkers over wat wel en niet mag.

  2. Vermijd informele overlegstructuren met concurrenten, tenzij juridisch getoetst.

  3. Leg geen e-mails vast waarin prijzen of strategische info worden besproken met derden.

  4. Maak afspraken transparant – ook richting klanten en leveranciers.

  5. Stel een aanspreekpunt aan voor mededingingsvragen in je organisatie.

Een simpele gedragscode en training kan al veel risico beperken.


Mededingingswet en duurzaamheid: een nieuw speelveld

Recent is er meer ruimte gekomen voor samenwerking op het gebied van duurzaamheid, mits de afspraken transparant zijn en aantoonbaar bijdragen aan maatschappelijke belangen.

De ACM publiceerde in 2021 ‘leidraad duurzaamheidsafspraken’, waarin bedrijven worden aangemoedigd om klimaatdoelen en circulariteit niet te laten belemmeren door concurrentieregels.

Voor ondernemers betekent dit:

  • Je mag samenwerken aan milieuvriendelijke innovaties

  • Je mag gezamenlijke normen stellen voor duurzaamheid

  • Voorwaarde is: geen beperking van concurrentie zonder maatschappelijke meerwaarde

Deze ontwikkeling biedt kansen voor collectieve innovatie zónder juridische risico’s, mits goed gedocumenteerd en getoetst.


Eerlijke concurrentie is ook een concurrentievoordeel

De mededingingswet is geen hinderpaal, maar een kader dat voor iedereen geldt. Wie de regels begrijpt, kan zich onderscheiden door transparantie, betrouwbaarheid en zorgvuldige samenwerking.

Voor ondernemers die strategisch willen samenwerken, kan kennis van de mededingingswet juist helpen om ruimte te vinden binnen de kaders. Het voorkomt boetes én biedt een fundament voor duurzame groei, gebaseerd op vertrouwen en marktwerking.

In een concurrerende economie is weten wat níet mag net zo belangrijk als weten wat wél kan – en dat geeft ondernemers die zich verdiepen in deze wet een voorsprong.

Posted in Wetgeving